Dutch/Vocabulary/Talking hobbies

< Dutch < Vocabulary

Asking about hobbies

Wat is je hobby ?	What is your hobby?
Ik speel voetbal or Ik voetbal	I play football (soccer).
Wat is Pieters hobby?	What is Peter's hobby?
Wat is je broers hobby?	What is your brother's hobby?
Mijn broer leest boeken.	My brother reads books
Wat doe je dit weekeinde?	What are your doing this weekend ?
Wat doe je tijdens het weekeinde?	What are you doing during the weekend ?
Wat doe je vanmiddag?	What are you doing this afternoon?
Ik ga naar de bioscoop.	I'm going to the movies.
Ik blijf thuis.	I'm staying home
Ik ga tv-kijken.	I'm going to watch television.
Wat doe je op woensdagmiddag?	What are you doing Wednesday afternoon?
Wat doe je woensdagsmiddags?	What are you doing on a Wednesday afternoon?

Preferences

Do you like football (soccer) ?	Houd je van voetbal?'
I like football.	Ik houd van voetbal
I like football a lot.	Ik houd heel veel van voetbal.
I just love football.	Ik houd enorm veel van voetbal
I don't like football.	Ik houd niet van voetbal.
I don't like football'at all.	Ik houd helemaal niet van voetbal.
I hate football.	Ik heb een hekel aan voetbal.

|-

Ability

Can you swim?	Kun je zwemmen?
I can swim.	Ik kan zwemmen.
I can't swim.	Ik kan niet zwemmen.
Can you play the piano?	Kun je pianospelen?
I can play the piano.	Ik kan pianospelen.

Expressing time

Today	vandaag
Today I am going to the swimming pool.	Vandaag ga ik naar het zwembad.
Tomorrow	morgen
Tomorrow I am going to watch TV.	Morgen ga ik televisiekijken.
This morning	vanmorgen
This morning I am reading the newspaper	Vanmorgen lees ik de krant.
This afternoon	vanmiddag
This afternoon I am going to the movies.	Vanmiddag ga ik naar de bioscoop.
This evening	vanavond
This evening I am goign to read a book.	Vanavond ga ik een boek lezen.
This weekend	dit weekeinde
This weekend, I am going to play soccer.	Dit weekeinde voetbal ik.

Sports

What is your favorite sport?	Wat is je lievelingssport ?
My favorite sport is basketball.	Mijn lievelingssport is basketbal.
Do you like sports?	Houd je van sport?
Yes, I like sports.	Ja, ik houd van sport.

Football (soccer)

FC Bruges is a good team.	Club Brugge is een goede ploeg.
FC Bruges is a bad team.	Club Brugge is een slechte ploeg.
He scores a lot.	Hij zet veel doelpunten.
He doesn't score a lot.	Hij scoort niet veel.
He plays well.	Hij speelt goed.
He plays badly.	Hij speelt niet goed.
Stijnen is a good goalkeeper.	Stijnen is een goede doelman
Stijnen is a bad goalkeeper.	Stijnen is een slechte doelman.
offensive player	de aanvaller
goal	het doelpunt (goal)
defensive player	de verdediger (back)
goalkeeper	de doelman (keeper)
penalty	de strafschop (penalty)

This article is issued from Wikibooks. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.