Above are the years in which the Netherlands are known to have been hit by storms that resulted in breached dikes and major flood disasters or the great rivers of Rhine and Meuse overflowed. Some floods were worse than others; some changed the map of the country for good. The one in 1570 even played a role in the 80 year struggle that led to the independence of the Dutch Republic. It was a devastating one that killed some 20,000 people. Instead of helping, the king in Spain announced new taxation for his wars elsewhere and this led to a rebellion, first in the town of Brielle and then it spread.
Still in living memory is the one in februari 1953; it killed about 1800 people and devastated a major portion of the Southwest. The following documentary interviews two survivors in a place where the dikes were not restored until some 8 months later. After months of tides of salt water going in and out there was little left of buildings and nothing of trees or animals. But as the motto of the coat of arms
of Zeeland, the province worst hit, says luctor et emergo: I wrestle and emerge: all was rebuilt.
Indrukwekkend, he? Die reusachtige witte pijlers en het kolkende water. Ik sta boven op de Oosterscheldekering en die ligt er om ons te beschermen. En dit hier is de Noordzee en achter de kering begint de zeearm, de Oosterschelde in Zeeland. En nu is de zee rustig, maar stel je eens voor wat er zou kunnen gebeuren als er een hele heftige storm woedt en de stormvloedkering zou er niet zijn. Want Nederland ligt voor een groot deel onder zeeniveau. En dat kan je goed zien waar ik nu sta een stukje verderlandinwaarts bij het dorpje Ouwerkerk. Het land ligt lager dan het water.
Zo'n zestig jaar geleden in 1953 vindt in Zeeland en in delen van Zuid-Holland en Noord-Brabant de allergrootsteoverstroming plaats uit de Nederlandse geschiedenis, de Watersnoodramp. Zaterdagnacht 1 feb 1953. Er waait een hevige noordwesterstorm, het regent keihard en de zee gaat als een razende te keer. Door de springvloed komt het water nog veel hoger te staan en op veel plaatsen zoals hier de dijk van Ouwerkerk, breken de dijken door. Ze houden het niet meer. Een vloedgolf van wel twee meter rolt de polders in en neemt alles en iedereen met zich mee. Een paar kilometer landinwaarts ligt het lieflijke dorpje Nieuwerkerk, iets hoger dan de omringende polders. En in dit huisje woonde Ineke.
noicon de dijkdoorbraak
Hoi
Hallo, je was acht jaar toen het gebeurde en je woonde hier met je ouders en je kleine broertje. Wat gebeurde er toen?
's Avonds toen ging het heel hard stormen maar dat was toch niet verontrustend. We zijn gewoon naar bed gegaan en toen we wakker werden toen luidde de noodklok 's morgens om acht uur.
Dus, hier luidde de klok.
Ja, en dat maakte de mensen wakker. Dus, ook mijn vader, die is toen met een vriend in de auto gestapt en is de polder ingegaan om mensen te redden.
En je dacht dat jullie hier veilig waren omdat het hoger is dan de polder eromheen.
Dat klopt, maar mijn moeder heeft al uit voorzorgallerlei dingen naar boven gebracht. Want het water dat stroomde om elf uur al onder de deur door en naast de deurhet huis binnen. Dus dat was als kind heel erg angstig om dat te zien.
Een paar kilometer verderop woont de boerenzoon Jaap. En je was toen bijna negen en je woont in deze boerderij die wat hoger gebouwd is met je vader en je moeder en je broetje en je zusje.
Inderdaad.
En tot waartoe kwam dat water?
Dat water dat kwam, toen we 's morgens wakker werden, .. , toen stond het ongeveer tot daar. Een paar meter ...inaudible.. Mijn vader zei al gelijk vano dat water komt niet hoger, want hij had dat in de tweede wereldoorlogmeegemaakt, toen de Duitsers de polders vol lieten lopen en hij dacht dat het zo zou blijven.
En je vader denkt dat jullie veilig zijn, he Jaap.
Hij gaat gewoon zo als altijdde stal in en hij gaat ze gewoon voeren, de koeien voeren, de paarden verzorgen.
En wat de vader van Jaap dus niet weet is dat het water wel degelijk gaat stijgen. Er komt namelijk een tweede vloed en dan gaat het helemaal mis.
Het is de middag van een februari 1953. Door de tweede vloed komt al dit land in Zeeland, Noord-Brabant en Zuid-Holland onder water te staan.
En bij Ineke stroomtinmiddels het water het huis binnen. Bij haar gaat het vrij langzaam, maar bij sommige mensen gaat het zo razendsnel dat ze niet meer op tijd naar de zolder kunnen vluchten
Bij ons komt dan ook het moment dat we niet meerbeneden kunnen zijn en dat we naar boven moeten vluchten via de trap
Ineke, hoe hoog kwam het eigenlijk?
Het water, dat is gestegen tot tegen de balken, we hoorden de meubels en de kastenbonken tegen de balken van de zolder
Is dat niet verschrikkelijk eng?
Ja, heel erg eng.
Ook hier op de boerderij komt de tweede vloed en stijgt het water.
Ja en mijn vader die gaat dan alle koeien en paarden naar buiten doen, in de hoop dat ze zich op die manier kunnen redden. Het water komt steeds hoger en uiteindelijk komt het tot hier.
Zo hoog?
Zo hoog!
Ja, en bij sommige mensen komt het nog hoger. Ze moeten naar zolder vluchten of zelfs het dak op. En daar zitten ze dan, dagen lang, in de kou, in het donker zonder eten en drinken.
Dan komen we hier op mijn kamer en dan moeten we wachten.
Konden jullie dan niet vluchten?
Nee, want we hadden geen boot en de golven waren veel te hoog.
Het enig(st)e wat we konden doen was naar buiten kijken
Zag je hier dan gewoon de zee?
Dit was dan gewoon allemaal water.
Zag je dan dingen langsdrijven en zo?
Ja, natuurlijk, en ook wel koeien langszwemmen. En 's nachts om twee uur dan is het stil, dan zijn de laatste koeien verdronken.
Dan hoorde je ze niet meer loeien
Nee.
Diezelfde avond begint hier het water langzaam te zakken. Jullie gaan dan door het water heen hier naar buiten.
Ja, wij worden door mensen uit het dorp op de schouders genomen, mijn broertje en ik en worden zo naar buiten gedragen naar een hoger gelegen gedeelte in het dorp. Wij waadden hier door het water, hier de straat omhoog en hier was het veilig.
Maar dit is echt zowat naast jullie huis en hier was het wel droog
Ja hier was het droog
He, maar je vader die was nog steeds niet teruggekomen.
Nee, mijn vader was er nog steeds niet.
Pas de volgende dag op Maandag komt de hulp op gang, zelfs uit het buitenland komen ze. Uit België, Frankrijk, Engeland en Amerika komen boten en vliegtuigen naar het rampgebied. Ook hier, he?
Ja, ook hier vliegen vliegtuigen over om voedsel en water te droppen. Dat water daar was een enorm tekort aanin de tussentijd.
Iedereen helpt mee, met hun bootjes proberen de vissers en mensen uit het dorp te redden wat er te redden valt, dieren, mensen. Ook hier, he?
Ja ook hier. Dit werd als haventje gebruikt om mensen uit de polder hier te redden hiernaartoe
Want hier stond water.
Ja, het water kwam tot hier.
En vanuit hier werden jullie later ook geëvacueerd.
Ja, we werden geëvacueerd en mijn vader is toen als vermist opgegeven
Pas een jaar later hebben ze iets van hem vernomen. Hij was verdronken.
Remarks
On the island of Schouwen-Duiveland where the interview took place people speak a regional language called Zeeuws that is not necessarily always intelligible for other Dutch speakers. Both Ineke and Jaap are speaking standard Dutch in the interview with only a hint of a Zeeuws accent. But of course, the above is still spoken language, not written standard Dutch and there are a few things you would not easily see in the written standard. E.g. sometimes the subject is highlighted by starting the sentence with it, followed by a demonstrative pronoun:
Het water, dat is gestegen tot tegen de balken.
In spoken Dutch this is not unusual. Occasionally there are words deemed 'dialect' by grammarians like "enigste" for "enige" (lit. "the onliest" instead of "the only"). The young lady doing the interview is from elsewhere, probably from the Randstand farther north. The song by Remko is pretty much accent free standard Dutch.
The Dutch language has a great many dialects (both regional and social). Pretty much everyone can speak standard Dutch fluently, but it is often still audible what region they are from.